Arabica of Robusta?

De discussie tussen de twee soorten koffiebonen, Arabica of Robusta, wordt al heel lang gevoerd. Er zijn fervente voorstanders van een koffie die uit 100% Arabicabonen bestaat. Toevoeging van een Robusta in het melange wordt gezien als afbreuk. Juist in de koffielanden rond de Middellandse zee kom je veel koffie tegen waar Robusta in zit. Het is wat ons betreft vooral een kwestie van persoonlijke smaak die ook gebaseerd is op hoe u uw koffie het liefst drinkt. Er zijn Robusta soorten die de Arabica op heel veel fronten overtreffen en in een cappuccino of een latte macchiato is het de Robusta boon die zorgt voor een echte koffiesmaak waar een 100% Arabica daar niet genoeg kracht voor heeft. Drinkt u liever een espresso of een lungo dan kiest u met een 100% Arabica voor een verfijnde koffie met een licht rinse smaak.

De Arabica is de oudste soort koffieboom die we kennen en groeit op grote hoogte, op bergplateaus of op vulkaanhellingen tot een hoogte van 1000-2000 meter, met een gemiddelde neerslag van 150-200 cm per jaar; de dagen zijn er mild en de nachten koel, met een gemiddelde jaartemperatuur van 15-24°C. Arabicabomen bloeien na het regenseizoen en na zo’n negen maanden zijn de vruchten rijp. In een jaar produceert een normale Arabicaboom soms nog niet eens 5 kg fruit, wat uiteindelijk resulteert in ongeveer 1 kg echte koffiebonen. Veel van de Arabicaoogst wordt ‘gewassen’ ofwel nat verwerkt, en de bonen, die meestal groter, langer en platter zijn dan Robustabonen en minder cafeïne bevatten, hebben een verfijndere, zuurrijk aroma. Arabicakoffie vormt zo’n 70% van de wereldkoffie, maar het is moeilijker te verbouwen, want het is gevoeliger voor ziekten, plagen en vorst en het is ook duurder.

De koffiesoort Robusta verschilt erg van de Arabica; hij is stevig van smaak en heeft ook een stevige weerstand tegen ziekten en plagen. Helaas is die ‘stevige’ smaak niet zo geliefd als het arabica-aroma. Daarom maakt robusta minder dan 30% van de wereldkoffieproductie uit, hoewel hij goedkoper is. Robusta wordt vooral gebruikt in melanges, waar zijn volle smaak goed tot zijn recht komt. Hoewel robustabomen moeten worden bestoven of uit stekjes gekweekt, zijn ze veel makkelijker te verbouwen dan arabicabomen en toen veel arabicaplantages in de tweede helft van de 19e eeuw door roestziekte waren verwoest, werden ze opnieuw beplant met robustabomen. Robusta wordt nu in de hele tropische zone verbouwd, maar het meeste komt uit West- en Centraal-Afrika, Zuidoost-Azië en Brazilië, waar het groeit van zeeniveau tot een hoogte van 700 m. Robusta kan zware tropische regens van 3 meter doorstaan, hoewel de bomen nooit in water moeten staan. Ook overleeft de boom bij hoge tropische temperaturen, maar hij doet het het beste bij een gemiddelde temperatuur van 24-30 °C. Robustabomen bloeien nogal onregelmatig en de groei van een bloem tot een rijpe bes duurt 10-11 maanden.

Robusta wordt meestal met de ‘ongewassen’, droge methode verwerkt en de bonen zijn kleiner en gebochelder dan arabicabonen; ook hebben ze vaak kleine stipjes aan weerszijden van de ‘naad’ van de boon.